Sarajevo

Sarajevo

Het is zeer moeilijk om een goede reconstructie van het complot om de aartshertog van Oostenrijk-Hongarije te vermoorden te maken. Diegenen die de aanslag wilden plegen deden er alles aan om hun sporen uit te wissen. Er is niets bewaard gebleven van de voorbereidingen om de moord te plegen en iedereen die er bij betrokken waren hadden absolute geheimhouding gezworen.
Dimitrijevic Dragutin, hoofd van de Servische militaire inlichtingendienst, was zeker de man die het moordcomplot in mekaar stak. Daarbij werd hij gesteund engeholpen door Malobabic, een Servische spion in Oostenrijk-Hongarije.
Deze laatste verzamelde alle nodige informatie over grensbewaking en over het beoogde bezoek van de aartshertog aan Sarajevo in juni 1914.
Er werden een aantal jongeren gerecruteerd, waaronder Gravilo Princip, allen leden ze een eevoudig, sober leven. Ze waren vrienden die vaak in elkaars gezelschap vertoefden en nationalistische poëzie lazen. Ze hadden idealen zoals een beter leven voor de Serviërs en onafhankelijkheid van Oostenrijk-Hongarije.
Voor het bezoek van Frans-Ferdinand en zijn vrouw Sofia Chotek von Chotkowa und Wognin aan Sarajevo werd een uiterst ongelukkige datum gekozen. 28 juni was Sint-Vitusdag, de dag waarop de Ottomanen het Servisch Leger in 1389 versloegen op het Merelveld in Kosovo. Dit gevecht had een einde gemaakt aan het Servische Rijk in de Balkan.
Voor de ultranationalisten was de komst in Sarajevo van de Oostenrijk-Hongaarse troonopvolger op 28 juni een regelrechte belediging.

Oosterijk-Hongarije had niet veel moeite gedaan voor de veiligheid van Frans-Ferdinand en zijn echtgenote, hoewel er verwittigingen waren gekomen dat er wel eens een aanslag zou kunnen gepleegd worden. Aan dit laatste werd weinig geloof gehecht. Het cordon dat bij deze gelegenheden werd opgesteld langs de weg was afwezig zodat de wagens totaal onbeschermd dicht langs de menigte zouden passeren.
Het echtpaar zelf maakte zich ook opvallend weinig zorgen over hun eigen veiligheid.
Drie dagen voor ze Sarajevo zouden bezoeken verbleven ze in het badstadje Iledze en hadden daar onvoorbereid een bezoek gebracht aan de bazaar van Sarajevo. Ze hadden niet door dat Gravilo Princip, die hen drie dagen later zou doodschieten, hen de hele tijd die ze in de bazaar doorbrachten, achtervolgde.

In de dagen voor het geplande bezoek arriveerden de zeven terroristen in de stad. Ze verdeelden zich in twee groepen.
In de ochtend van het bezoek stelden ze zich op langs de Appelkade. Ze droegen een bommengordel en hadden elk een geladen revolver. De granaten waren de grootte van een stuk zeep met een ontstekingskapje en een chemische lont die was afgesteld op 12 seconden.
Elk had ook een pakje cyaidepoeder bij zich om zich van kant te maken als de aanslag was gepleegd.

Het hertogelijk echtpaar kwam aan per trein in Sarajevo en stapte over in een auto ( een Gräf und Stift Sport Coupé) voor een rit door de stad. Hun wagen was de tweede in de stoet van zes.
De stad baadde in de zon en langs het volledige parcours stond veel volk. Aan de gevels hingen de zwartgele Habsburgse en roodgele Bosnische vlaggen.

Muhamed Mehmebasic stond opgesteld aan de Cumurjabrug en maakte zich gereed om zijn granaat op scherp te zetten en te gooien. Dit was heel spannend want eens het slaghoedje was verbroken was er geen weg meer terug en moest de granaat worden gegooid. Op dit moment meende hij echter iemand achter zich te horen. Hij dacht dat het een politieagent was en verstijfde. De wagens reden verder zonder dat er iets gebeurde.
De volgende terrorist stond aan de rivier op de Kade en was de Bosnische Serviër Nedeljko Cabrinovic. Hij sloeg de onsteking stuk tegen een lantaarnpaal en gooide de granaat in de richting van de auto’s. De chauffeur had de granaat zien aankomen en gaf plankgas. De granaat miste zijn doel, viel op de grond en ontplofte onder de volgende auto. Er werd een gat in de weg geslagen en de agenten in de derde auto raakten gewond.
Cabrinovic sllikte het cyanidepoeder dat hij bij zich had en sprong in de rivier. Maar de poeder was van zo’n slechte kwaliteit dat het enkel zijn keel en maagwand verbrandde en de rivier stond in de zomer zo laag dat het onmogelijk was om er in te verdrinken. Hij viel acht meter naar beneden op het zand en kon gemakkelijk opgepakt worden door een allerte winkelier, een kapper en twee politieagenten.
De aartshertog liet zijn wagen halt houden en keek toe terwijl de gewonden werden verzorgd. Nadat de gewonden waren afgevoerd reed de stoet door naar het stadhuis.
Na het officieel moment in het stadhuis beslisten het aartshertogelijk echtpaar een bezoek te brengen aan de gewonden in het ziekenhuis. Er werd beslist om de hele voorziene route af te lasten.

Ondertussen dacht Gravilo Princip, toen hij de explosie hoorde, dat het plan was gelukt. Hij liep in de richting waar Cabrinovic stond en zag nog net dat deze krom van de pijn werd afgevoerd. Toen werd het hem duidelijk dat de aanslag was mislukt.
Later tijdens zijn proces zou hij verklaren dat hij doorhad dat de opzet was mislukt en hij zijn kompaan wilde doodschieten, maar toen de wagens passeerden liet hij dat idee varen en keek hij uit naar een plaats waar hij positie zou kunnen innemen om alsnog de aanslag te plegen.
Hij trok naar de Franz joseph Straße en wachtte.

Na het bezoek aan het stadhuis, ging de stoet opnieuw op weg om de gewonden te bezoeken.

Niemand had de chauffeurs op de hoogte gebracht van de routeverandering. Toen de chauffeur van de wagen met de aartshertogen de Franz Joseph StraBe indraaide werd hij berispt door de adjudant en beval deze hem de Appelkade op te rijden. De motor werd afgezet en de auto, die geen achteruit had, werd teruggeduwd naar de hoofdweg.
En net op deze hoek stond Gravilo Princip. Omdat alles zo snel ging had hij geen tijd om een granaat van zijn gordel te nemen, dus trok hij zijn revolver en vuurde tweemaal van dichtbij. De eerste kogel was door de autodeur gedrongen en had de hertogin in haar buik getroffen, de tweede kogel trof de hertog en scheurde de halsslagader. Ze werden beiden op een afstand van 2,5 meter beschoten. Toen de wagens met hoge snelheid het Konak-paleis bereikten was Sophie al dood en Franz-Ferdinand in coma. Na enkele minuten stierf hij zonder nog bij te komen. Het was bijna 11 uur.

Gravolo Princip probeerde nog om zich van het leven te beroven door de revolver tegen zijn slaap te zetten, maar hij werd overmeesterd door omstaanders en werd de revolver en de cyanide afgenomen. Hij werd gearresteerd en moest beschermd worden tegen een heuse lynchpartij. Hij werd geslagen en geschopt en met wandelstokken afgeranseld.

Het is moeilijk om in te schatten hoe groot de impact van de dood van Franz-Ferdinand was. Hij was zeer impopulair, had geen charisma en was een zeer humeurig man die geen tegenspraak dulde. Hij voelde zich alleen geukkig bij zijn echtgenote en kinderen en tijdens de jacht met de enkele vrienden die hij had.

Tijdens het politieonderzoek zou blijken hoe amateuristisch de moordaanslag in mekaar stak.
In de twee dagen volgend op de moord werden er meer dan tweehonderd Serviërs gearessteerd. Een aantal werd op staande voet opgehangen. Tegen het eind van juni zaten er meer dan 5000 Serviërs vast.
Het proces van de aanslagplegers werd gevoerd in oktober 1914, Princip, Cabrinovic en Geabez werden tot 20 jaar veroordeeld, omdat ze nog minderjarig waren konden ze de doodstraf niet krijgen.

Het nieuws van de moord liep als een lopend vuur door Europa. Zo werden er in Wenen een vliegdemonstratie afgelast.
Keizer Franz-Josef was in Ischl toen hij het nieuws vernam. Hij aanhoorde het zonder enige vorm van emotie – hij was niet gesteld op zijn troonopvolger- maar besloot toch om alleen te dineren.
De Duitse keizer Wilhelm II, die een vriend was van Franz-Ferdinand, werd lijkbleek toen hij het nieuws vernam op zijn jacht.
Maar in het grootste del van Europa werd het nieuws onverschillig ontvangen. Men was er gewoon aan geworden dat er vaak moorden in de Balkan gebeurden.

De begrafenis duurde welgeteld een kwartier waarna de keizer opnieuw vertrok naar zijn buitenverblijf in Ischl. Er heerste geen rouwstemming en iedereen ging verder met waarmee hij bezig was.

En toch zou deze gebeurtenis alles veranderen in Europa.

Marleen Vermeersch